De cursus (in drievoud) is een aanvulling en verdieping van de cursussen Prehistorie van West-Azi?n Egypte en Archeologie van West-Azi?De hoofdvakstudenten Archeologie van het Nabije Oosten moeten ? van de drie cursussen kiezen, wat daarna hun accentregio c.q. -periode is. Deze zal vervolgens (in BA3) als toepassingsgebied/ -periode dienen. De cursussen zijn:
(a) Prehistorie van het Nabije Oosten (Akkermans, Shirai)
(b) Anatoli?Syri?en Mesopotami?D?g)
© de Levant (van der Kooij).
Voor faraonisch Egypte kan de verdieping bij Egyptologie verkregen worden.
Ingangseisen
BA2-cursussen Prehistorie van West-Azië en Egypte en Archeologie van West-Azië hebben behaald.
Doelstelling
Redelijk gedetailleerde kennis hebben, met een zekere mate van kritische distantie, van de specifieke archeologie van de regionale/ chronologische eenheid in al haar relevante facetten. Die kennis betreft geaccepteerde resultaten van onderzoek, bijvoorbeeld over het beeld van een bepaalde periode, maar betreft ook de discussies die daarbij een rol spelen. De leesstof zorgt voor de kennis, en samen met het tutorial ook voor de ontwikkeling van kritische distantie.
Verdere specificatie per tutorial.
Onderwijsvorm
Leesstof (literatuurlijst) en bijeenkomsten ter bespreking ervan (tutorials).
Toetsing
Varieert enigszins per tutorial; algemeen weegt de aard van deelname aan de bespreking tijdens het tutorial mee; verder kan een schriftelijk tentamen worden opgegeven en is één of meer essays vereist. Zie de tutorials.
Literatuur
Wordt per tutorial opgegeven.