Studiegids

nl en

Filosofie in het pre-moderne Oost-Azië

Vak
2010-2011

Toegangseisen

-

Beschrijving

Zoals de Europese filosofie haar wortels heeft in de klassieke (Griekse) oudheid, zo zijn het Japanse en Koreaanse denken loten aan de Chinese stam, en gaan zij terug op de canonieke teksten, de methodologie en de thematiek die in China ontstaan zijn in de periode van vijfde tot de derde eeuw v.C. Deze Chinese traditie heeft zich in de volgende eeuwen uitgebreid over der rest van Oost-Azië, dus over Korea en Japan. In alle drie de landen was de taal van het canonieke corpus, het z.g. Klassieke Chinees, de taal van de intellectuelen; teksten die in de volkstalen geschreven zijn, hadden een lagere status. Ook dit lijkt op de situatie in Europa, waar het Latijn als lingua franca gold.

In een inleidend college als mij voor ogen staat, is het niet zinvol Japan als eenheid van beschrijving te nemen. Ik heb mij derhalve voorgenomen in dit college aan de ene kant een filosofisch georiënteerd, historisch overzicht te geven van de filosofische traditie in China, Japan en Korea, en aan de andere kant een aantal van de belangrijke themata aan de orde te stellen. Sommige van deze themata zal ik aan de hand van Japans materiaal behandelen.

Mijn bedoeling is in de analyse te laten zien, dat de preoccupaties van de Oost-Aziatische denkers hun pendanten hebben in de Europese filosofie, zij het ook, dat de oplossingen die zij formuleerden, soms aanmerkelijk verschilden. Ten tweede wil ik laten zien, dat de Oost-Aziatische filosofische traditie een tijdsdiepte, diepgang, diversiteit en omvang heeft gekend die vergelijkbaar zijn met de Europese.

Opzet van de cursus

  • Het ontstaan van het Confucianisme en de andere scholen in de pre-dynastieke periode (ca 500-221 v.C.). De Chinese Klassieken: aard en samenstelling van het corpus; gezag, functie en wijze van bestudering.

  • Fundamentele aannames en axiomata van het Chinese denken. Fundamentele problemen. Wijze van redeneren.

  • Doxologie. Intellectuele geschiedenis van de Han-periode (206 v.C. – 220 n.C.): de totstandkoming van de Confucianistische staatsleer.

  • Intellectuele geschiedenis van de Song-periode (960-1279): Confucianisme versus Boeddhisme.

  • Intellectuele geschiedenis van de Ming en Qing-periodes (1368-1644; 1644-1911): persoonlijke ethiek versus destructieve filologie.

  • Teksten en themata (1): Yijing

  • Teksten en themata (2): goden en voorouders

  • Teksten en themata (3): li en qi; de functie van de ontologische discussie

  • Teksten en themata (4): wet en ritueel

  • Teksten en themata (5): moraal en ritueel

  • Teksten en themata (6): Confucianisme en religie.

Leerdoelen

Doelstellingen en eindtermen worden bij aanvang van de cursus op Blackboard geplaatst.

Rooster

Zie Rooster BA Wijsbegeerte 2010-2011

Onderwijsvorm

Werkcollege

Toetsing

  • “classroom performance”: aanwezigheid, voorbereiding en deelname aan de discussie (40%)

  • paper (60%)

Blackboard

-

Literatuur

De artikelen c.q. gedeelten van boeken die die studenten voor elk college geacht worden te lezen, zullen in de loop van het eerste semester bekend worden gemaakt.”

Aanmelden

Inschrijving via uSis, zie aanmeldingsprocedure

Aanmelden voor Toehoorderschap via: e.klumper@phil.leidenuniv.nl
Aanmelden voor Contractonderwijs via: e.klumper@phil.leidenuniv.nl

Contact

Prof.dr. W.J.Boot w.j.boot@hum.leidenuniv.nl

Opmerkingen

-