Studiegids

nl en

Formeel strafrecht civiel effect

Vak
2015-2016

Toegangseisen

  • Ingeschreven als student bij de FdR van de UL voor een van de navolgende bacheloropleidingen: Fiscaal recht, Notarieel recht, Rechtsgeleerdheid en Economie, Rechtsgeleerdheid en Bedrijfswetenschappen; en International Business Law.

  • Inleiding strafrecht.

Beschrijving

Dit vak is specifiek bedoeld voor studenten die een studierichting volgen waarvan strafprocesrecht geen verplicht onderdeel uitmaakt (Fiscaal recht, Notarieel recht, Rechten en Economie, Rechten en Bedrijfswetenschappen en International Business Law), maar die met het oog op de vereisten voor het behalen van het civiel effect het vak formeel strafrecht niettemin wensen te volgen. Voor het behalen van het civiel effect is het volgen van het bachelorvak Strafprocesrecht (10 EC) derhalve niet noodzakelijk.

In dit vak staat het formele strafrecht, ofwel het strafprocesrecht, centraal. Het strafprocesrecht biedt het kader waarbinnen het strafrechtelijk onderzoek geschiedt en strafrechtelijke aansprakelijkheid kan worden vastgesteld. In het onderwijs komen de doelstellingen, dragende beginselen en systematiek van het strafproces(recht) aan de orde. Daarbij wordt voortgeborduurd op in het eerste en tweede jaar opgedane kennis. Studenten leren vanuit die grondslagen en beginselen ontwikkelingen binnen het strafproces(recht) te problematiseren. Tevens worden in het vak de belangrijkste strafprocesrechtelijke thema’s besproken en wordt in de werkcolleges geoefend met de toepassing daarvan op concrete casus. In het vak wordt tevens stilgestaan bij de betekenis van de jurisprudentie van het EHRM voor de gangbare wijze van procederen.

Leerdoelen

Doel van het vak:

Het doel van het vak is het verkrijgen van inzicht in de doelstellingen, dragende beginselen en systematiek van het strafprocesrecht, alsmede – aan de hand van wetgeving en jurisprudentie – het kunnen identificeren en oplossen van strafprocesrechtelijke vraagstukken zoals die zich voordoen in concrete casus.

Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:

  • U kunt de kenmerken van het Nederlandse strafproces relateren aan die van andere processtelsels.

  • U kunt reflecteren op de verschillende fasen in het strafproces alsmede de bij die verschillende fasen behorende en werkzame actoren vanuit het perspectief van de fundamentele beginselen en doelstellingen van het strafproces(recht).

  • U kunt actuele ontwikkelingen problematiseren door deze in verband te brengen met fundamentele beginselen en de doelstellingen van het strafproces(recht).

  • U kunt in een gemiddeld complexe casus, met gebruikmaking van wetgeving en jurisprudentie, het gebruik van toezichtbevoegdheden, opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen toetsen.

  • U kunt in een gemiddeld complexe casus de rechtmatigheid en opportuniteit van de vervolgingsbeslissing beoordelen.

  • U kunt in een gemiddeld complexe casus voor het strafproces relevante aspecten identificeren en naar aanleiding daarvan een verweer formuleren.

  • U kunt in een gemiddeld complexe casus de wettelijke bewijsregels toepassen en gemotiveerd beslissingen nemen op de meest gangbare strafprocesrechtelijke verweren.

  • U kunt uitleggen hoe de artikelen 5, 6 en 8 EVRM doorwerken in het Nederlandse strafprocesrecht.

Rooster

Kies voor propedeuse of bachelor en master.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 5

  • Namen docenten: prof. mr. J.H. Crijns

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de in het werkboek en op Blackboard per week aangegeven verplichte studiestof.

Werkgroepen (aansluitend aan de hoorcolleges)

  • Aantal à 2 uur: 5

  • Namen docenten: mr. D.S. Jol

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de in het werkboek en op Blackboard per week aangegeven verplichte studiestof en het maken van de opdrachten uit het werkboek. Bij inschrijving voor het werkcollege verplichten studenten zich dan ook nadrukkelijk tot schriftelijke voorbereiding van en (inter)actieve deelname aan deze vorm van onderwijs.

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Schriftelijk tentamen van 3 uur met open vragen op 1 juni 2016 (onder voorbehoud van wijzigingen).

  • Schriftelijk hertentamen van 3 uur met open vragen op 29 juni 2016 (onder voorbehoud van wijzigingen).

Inleverprocedures

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens de hoor- en werkcolleges.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal
Literatuur:

  • P.A.M. Mevis, Capita Strafrecht, zevende druk, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2013.

  • M. Bosch, Arrestenbundel Strafrecht/strafprocesrecht, Deventer: Kluwer (meest recente druk). Voor het raadplegen van jurisprudentie kan gebruik worden gemaakt van eerdere drukken en kunnen eventueel ontbrekende arresten zelf worden uitgeprint.

Werkboek:

  • Werkboek Formeel strafrecht civiel effect, 2015-2016.

Aanmelden

De aanmelding voor het onderwijs – zowel de hoorcolleges als de aansluitende werkcolleges – verloopt via uSis. Voorts wordt het met het oog op de planning van het onderwijs zeer op prijs gesteld indien u uw interesse deel te nemen aan dit vak in een zo vroeg mogelijk stadium kenbaar maakt aan mw. D. Bukuru via d.bukuru@law.leidenuniv.nl

Contact

  • Vakcoördinator: mr. D.S. Jol

  • Werkadres: KOG kamer C.1.22

  • Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur (zie Blackboard)

  • Telefoon: 071 – 527 3719

  • E-mail: D.S.Jol@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Strafrecht en Criminologie

  • Afdeling: Straf- en strafprocesrecht

  • Kamernummer secretariaat: C1.01

  • Openingstijden: maandag t/m donderdag van 9.00-16.00 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 527 7529

  • E-mail: d.bukuru@law.leidenuniv.nl