Studiegids

nl en

Globaal of lokaal? Debatten rond glocalisering tijdens de crisis van de derde eeuw

Vak
2017-2018

Toegangseisen

  • Voor Geschiedenisstudenten: de BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.

  • Voor GLTC-studenten: Overzicht Oude Geschiedenis 2 behaald. Studenten GLTC kunnen dit vak voor 5EC volgen.

  • Voor OCMW-studenten: propedeusecollege Oude Geschiedenis en Seminar OCMW (1e jaar) behaald.

Beschrijving

Met de veroveringen van Rome komt het mediterrane gebied onder een nieuwe invloedssfeer. Na Augustus beginnen meer en meer volkeren in het Oostelijke Middellandse Zeegebied zich te associëren met de Romeinse cultuur, terwijl andere regio’s, vooral in West-Europa, deze (on)bewust werd opgelegd. Sporen van dit zogenaamde “Romanisingsproces”, zoals de keizerscultus, badhuizen, Romeins luxewaar en gladiatorenspelen, vinden we in het gehele rijk terug en hebben geleid tot het ontstaan van een nieuwe globale socio-culturele Romeinse beschaving in het Westen en het Oosten.

In de derde eeuw echter verkeerde het Romeinse rijk in een heuse crisis. Epidemieën decimeerden bevolkingsgroepen, barbaarse volkeren teisterden voortdurend de grensgebieden en de economie verkeerde in een algemene malaise. Met de instelling van de tetrarchie probeerde keizer Diocletianus een oplossing te brengen aan deze crisis. De verdeling van het Rijk in vier grote machtsgebieden betekende een decentralisatie van de centrale keizerlijke macht. Daarnaast werd elk tetrarchisch gebied in kleinere diocesen opgedeeld wat nog verder de globale constellatie van het Romeinse rijk brak. Na bijna meer dan 300 jaar een eenheidsrijk onder één keizer geweest te zijn, was deze hervorming op bestuurlijk vlak ongezien.

Dit werkcollege zal zich richten op de regionale socio-culturele ontwikkelingen die reeds voor Diocletianus’ tetrarchische hervormingen aanwezig waren en die wellicht de verdeling mee beïnvloed hebben. Daarbij stellen we ons de vraag of het rijk wel zo “geromaniseerd” was als enkele wetenschappers beweren? In de voorgaande eeuwen zijn er bepaalde lokale culturele, linguïstische, religieuze en sociale processen zichtbaar die wijzen op het groeiende belang van verschillende regio’s binnenin het Romeinse Rijk. In hoeverre kunnen we hier gaan spreken van een glocaliseringstrend? Nadruk zal hierbij liggen op de derde eeuw waarbij er tegenrijken ontstonden die niet enkel door hun bestuurlijke superioriteit, maar ook door de creatie van hun eigen socio-culturele identiteit, verschillende jaren binnenin het Romeinse rijk konden bestaan. Tijdens dit werkcollege zullen de debatten rondom Romanisering, globalisering en glocalisering bediscussieerd worden aan de hand van enkele case studies (keizercultus, de Syrische god El-Geba, het Gallo-Britse en Palmyreense tegenrijk) die onderzocht zullen worden. Ter illustratie zullen daarbij enkele primaire bronnen (antieke literatuur, inscripties, munten en archeologische vondsten) getoond worden.

Leerdoelen

Algemene leerdoelen

De student kan:

  • 1) een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;

  • 2) een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen

  • 3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;

  • 4) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van de eerstejaars Themacolleges, en daarbij;
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.

  • 5) participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  • 6) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort; bij de afstudeerrichting Oude Geschiedenis: van de Griekse-Romeinse oudheid, met nadruk op de periode 400 v.C. - 400 n.C.; sociaaleconomische structuren, de antieke stad, mentaliteitsgeschiedenis, antieke religie, cultuurcontact.

  • 7) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht bij de afstudeerrichting Oude Geschiedenis voor antieke teksten en archeologische bronnen; bronnenkritiek en contextualisering; acculturatietheorie.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

  • 8) De student verwerft kennis van de late Oudheid (incl. de crisis van de derde eeuw en de tetrarchie);

  • 9) De student verwerft inzicht in de processen van Romanisering, globalisering en glocalisering en leert deze kritisch toe te passen op historische case studies;

  • 10) De student kan kritisch reflecteren op secundaire literatuur met betrekking tot de vraagstukken rond Romanisering, globalisering en glocalisering.

Rooster

Zie Rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

  • Werkcollege met aanwezigheidsplicht. Dit houdt in dat studenten bij alle werkcolleges aanwezig moeten zijn. Indien een student toch verhinderd is dient hij dit vooraf te melden aan de docent. De docent bepaalt vervolgens of, en zo ja, hoe het gemiste college door een vervangende opdracht kan worden ingehaald. Als er specifieke beperkingen zijn bij een college dan maakt de docent dat aan het begin kenbaar. Indien de student niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, wordt deze uitgesloten van deelname.

Studielast

Totale studielast: 10 EC x 28uur = 280 uur

  • Bijwonen colleges: 13x 2uur = 26 uur

  • Voorbereiden colleges met kleine opdrachten: 13 x 3uur = 39 uur

  • Voorbereiden primaire bronnen opdracht met groepsdiscussie en referaat: 2 x 15uur = 30 uur

  • (1ste versie) werkstuk uitdenken en schrijven: 185 uur

Toetsing

Toetsing

  • Werkstuk (6000 woorden, gebaseerd op literatuur, inclusief noten en bibliografie)
    getoetste leerdoelen: 2-4, 10

  • Werkstuk 1ste versie
    getoetste leerdoelen: 2-4,10

  • Presentatie bronnen met groepsdiscussie 15%
    getoetste leerdoelen: 1, 3 ,5 ,9

  • Referaat
    getoetste leerdoelen: 2-5, 10

  • Participatie in college en op Blackboard
    getoetste leerdoelen: 1-10

Weging

  • Werkstuk: 60 %

  • Mondelinge presentatie met groepsdiscussie: 15%

  • Werkstuk eerste versie: 10%

  • Referaat werkstuk: 10%

  • Participatie: 5%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.

Deadlines

Voor het inleveren van de werkstukken geldt de aangegeven deadline

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de aangegeven deadline

Nabespreking werkstuk

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor:

  • collegeschema en overige praktische informatie

  • discussieforum

  • indiening opdrachten

Literatuur

Bij dit college hoort een collegeplank.

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing

Contact

Dr. Liesbeth Claes

Opmerkingen

geen