Toegangseisen
Nvt.
Beschrijving
In de ontwikkeling van de danskunst heeft muziek altijd een wezenlijke rol gespeeld. Nog sterker, bij het vernieuwen van de danskunst speelden componisten vaak een cruciale rol. Denk aan Lully, die hofballetten bedacht en Lodewijk XIV als Opgaande Zon en dansster liet verrijzen. Denk aan John Cage die zijn toevalsopvatting overdroeg op choreograaf Merce Cunningham.
In dit collegeblok wordt – vanuit danskunst – een overzicht gegeven van diverse soorten van relaties. Na een korte historische intro komen de uiteenlopende visies van 20ste-eeuwse choreografen als Mikhael Fokine, George Balanchine en Pina Bausch aan bod, en wordt een selectie uit het oeuvre van de eigentijdse choreograaf Jiri Kylián op dit muziekaspect nader beschouwd.
Parallel aan dit collegeblok bezoeken de studenten gedurende de cursus dansvoorstellingen waarvan zij telkens schriftelijk verslag doen volgens een basismethode dansanalyse. De verslagen worden door de docent schriftelijk becommentarieerd en tellen mee in de eindbeoordeling. Enerzijds is het doel hiervan om gaandeweg meer inzicht te krijgen in wat ‘choreografie’ kan inhouden, anderzijds is het zelf aanschouwen en ervaren van dans in het theater een (plezierige) noodzakelijkheid om danskunst goed te kunnen doorgronden.
Indeling van de colleges (onder voorbehoud):
1) In opdracht van koning en keizer: Lully’s hofballet in de 17de eeuw, Tsjaikovsky’s Romantisch balletten in de 19de eeuw.
2) Vernieuwing van ballet begin 20ste eeuw: muziekballetten Les Sylphides en Serenade.
3) Le Sacre du Printemps; van oerritueel tot salsadans; Strawinsky versus Nijinsky, Bausch, Bejart en Gat.
4) Modernisme en neoclassicisme in muziek en ballet. Strawinsky en Balanchine’s Griekse trilogie; Apollon Musagetes, Orpheus en Agon.
5) Absolute dans: expressionistische moderne dans en de kracht van slagwerk en stilte.
Wigman (Hexentanz), Graham (Lamentation), Hans van Manens Essay in stilte.
6) Danstheater van Pina Bausch en van De Keersmaeker: muziek als sfeermaker of behang?
7) Autonomie en aleatoriek bij Cage en Cunningham: onvoorspelbaarheid en vrijheid via de dobbelsteen. Points in Space / Changing Steps.
8) Elektronische muziek als paraplu boven existentiële balletten: Béjart en Van Dantzig.
9) Kylián: inspiratie uit de Weense School: Schonberg (o.a. Verklärte Nacht)
10) Kylián: Webers expressionisme in prangende dansbeelden gevangen. (o.a. No more Play)
11) Kylián: Bach en elektronica, de choreograaf als co-componist.(o.a. Bella Figura)
12) Muziek en dans als kruisbestuivende disciplines. De choreograaf als opdrachtgever.
Leerdoelen
—
Rooster
Tweede semester.
Collegeperiode: februari t/m april 2011. De colleges vinden plaats in het Lipsiusgebouw (Cleveringaplaats 1, Leiden), woensdag, 17.00-18.30 uur, zaal 204.
Eerste college: 2 februari 2011.
02/2 t/m 27/4 Colleges (twaalf plus recapitulatie)
11/5 Inleveren beschouwingen en Take home deel
01/6 Schriftelijk tentamen
15/6 Nabespreking
Onderwijsvorm
Hoor- en werkcollege.
Toetsing
Schriftelijk tentamen.
Blackboard
—
Literatuur
Aanbevolen literatuur:
L. Utrecht, Van hofballet tot postmoderne-dans. Walburg Pers. Hoofdstukken 4, 5, 9, 10.
De docent stelt een reader samen op het thema Muziek en Dans.
De keuze van de dansvoorstellingen in het theater is afhankelijk van het aanbod op dat moment.